Zonnewijzer
De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. Duiven bepalen welke richting ze op moeten, door goed te kijken waar de zon staat. Dit is nog niet zo makkelijk, want ‘s ochtends om tien uur staat de zon op een andere plek dan ‘s middag om drie uur. De vogels hebben dan ook een soort inwendige klok. Bij het bekijken van de stand van de zon, houden de vogels er rekening mee welk moment van de dag het is.
Om te weten welke kant een duif op moet om thuis te komen, moet hij ook weten waar hij op dat moment is. Met alleen de hulp van de zon kan de vogel dat niet bepalen. Bovendien is de zon op bewolkte dagen niet goed te zien. De vogels hebben daar verschillende oplossingen voor.
Kompas in de snavel
Het kompas dat wij gebruiken, werkt omdat de aarde een magnetisch veld heeft. In het kompas zit een magnetische naald, die aangetrokken wordt door de noordpool. De naald wijst daardoor altijd naar het noorden.
Veel vogels, waaronder duiven, voelen het magnetisch veld. De vogels hebben daar speciale organen voor. Deze bevinden zich waarschijnlijk in de ogen, de snavel of in de oren van vogels. Wetenschappers weten nog niet precies hoe de dieren het magnetische veld voelen. Misschien wel doordat er kleine stukjes magnetiet in de organen zitten. Magnetiet is een mineraal dat sterk magnetisch is. Deze stukjes magnetiet worden daarom aangetrokken door het magnetische veld van de aarde, net als de naald in ons kompas.
Hun neus achterna
Duiven gebruiken ook hun reukvermogen om de weg naar huis te vinden. Iedere plek op aarde heeft een eigen geur. Wetenschappers denken dat duiven deze geuren gebruiken om een soort kaart in hun hoofd te maken. Wanneer duiven nog thuis zijn, leren ze welke geuren uit welke richting komen. Worden de duiven op een nieuwe plek vrijgelaten, dan weten ze dankzij dezelfde geuren waar ze zijn heengebracht. Ruiken ze een bepaalde geur die thuis uit het zuiden kwam nu veel beter, dan weten ze bijvoorbeeld dat ze naar het zuiden zijn gebracht en dus terug moeten vliegen naar het noorden.
Plekjes herkennen
Duiven hebben zelfs nog meer manieren om te bepalen waar ze heen moeten. Zo is het waarschijnlijk dat ze opvallende herkenningspunten uit het landschap onthouden, een rivier of een stad bijvoorbeeld. Duiven kunnen dus een heleboel knappe dingen met hun kleine hersentjes. Hoewel wetenschappers al veel weten over hoe duiven de richting bepalen, is het nog niet helemaal duidelijk hoe de vogels steeds weten waar ze op een bepaald moment zijn. Hoe ze het ook doen, ze zijn er een stuk beter in dan wij!