Waarom werden ze zo groot? Sommige wetenschappers denken dat het antwoord op deze vraag schuilt in de manier waarop geleedpotigen ademhalen. Net zoals wij hebben insecten en miljoenpoten zuurstof nodig om te ademen. Dat doen ze wel heel anders; ze hebben namelijk geen longen. In plaats daarvan gebruiken ze een netwerk van buisjes die door hun lichaam lopen om de zuurstof te vervoeren. Deze luchtbuisjes heten tracheeën.
Tracheeën verspreiden bij kleine insecten zuurstof door het hele lichaam. Maar bij grotere insecten is er een probleem: de afstand tussen de buisjes en het binnenste van het dier is te groot! Grotere insecten hebben daarom veel meer van dit soort buisjes, en ze gaan ook dieper het dier in. Zo krijgen alle delen van het lichaam toch genoeg zuurstof. Maar het aantal buisjes dat een insect kan hebben is wel eindig. Tegenwoordig bestaan er daarom geen insecten die groter zijn dan een hand. Tijdens het Carboon dus wel. Wat was er aan de hand in die tijd?