Bewegende platen
Vergelijk de aarde met een appel. Het klokhuis is de kern, het sappige deel dat wij eten is de mantel, en het dunne schilletje is de aardkorst. De aardkorst bestaat uit stukken, die we platen noemen. Er zijn twaalf grote platen en nog een heleboel kleine platen. De platen zijn voortdurend in beweging met ongeveer dezelfde snelheid als het groeien van onze nagels. Dat is zo langzaam dat we het met het blote oog niet zien. Maar we voelen het wel. Wanneer platen tegen elkaar aanbotsen, of langs elkaar heen schuren, beeft de aarde. Er ontstaat een aardbeving. Het bewegen van platen heet plaattektoniek.
Hoe kan het dat de platen bewegen?
De platen bewegen doordat ze worden aangedreven door een motor diep in de aarde. Dat is geen diesel- of benzinemotor, maar een motor die werkt op warmte: de aardkern. De aardkern is bijna 5000 graden Celsius. De aardkorst is gelukkig veel kouder, zodat we er gewoon op kunnen lopen. Koud gesteente is hard en kan breken. Heet gesteente is zachter waardoor het buigt en stroomt. De koude aardplaten drijven op een heel dikke laag heet gesteente. Dichtbij de aardkern is deze steen het heetst. Omdat warmte wil opstijgen, stroomt de hete steen omhoog. Wanneer het gesteente is aangekomen bij de aardplaten is het afgekoeld, en zinkt het terug naar de aardkern. Door opwarming en afkoeling is gesteente onder de aardplaten voortdurend in beweging. Deze beweging duwt de aardplaten naar elkaar toe of trekt ze uit elkaar.
Uit elkaar bewegende platen
De aardplaten bewegen op drie manieren: naar elkaar toe, van elkaar af, of langs elkaar heen. Wanneer aardplaten van elkaar af bewegen, ontstaat er een spleet waar hete vloeibare steen door de aardkorst heen komt. Buiten de aardkorst koelt de steen af en wordt hard. Zo ontstaat er nieuwe aardkorst en groeien onze zeeën.
Botsende platen
Er zijn twee soorten aardkorst. Continentale aardkorst, deze ligt onder het land en oceanische aardkorst, deze ligt vooral onder oceanen. Het gesteente waaruit de oceanische aardkorst bestaat is zwaarder dan dat van de continentale aardkorst. Wanneer twee aardplaten naar elkaar toe bewegen, botsen ze. Bij de botsing wordt de zwaarste plaat onder de andere plaat geduwd. De zwaarste plaat zinkt in de mantel, waardoor er een stukje aardkorst verdwijnt. Bij een botsing tussen twee continentale aardplaten kunnen hoge gebergte ketens ontstaan zoals de Alpen. Bij een botsing tussen continentale- en oceanische korst ontstaan vaak vulkanen. Een goed voorbeeld is de vulkaan Fuji in Japan.
Schurende platen
Wanneer aardplaten langs elkaar heen bewegen, wordt er geen nieuwe aardkorst gemaakt en verdwijnt er ook geen aardkorst. De aardplaten schuiven langs elkaar heen. Dit gaat erg stroef, waardoor de platen soms even vastzitten. Als ze plotseling losschieten ontstaat er een aardbeving.