Cryolophosaurus leefde in het Vroeg-Jura, zo’n 190 miljoen jaar geleden. Ter vergelijking: T.rex leefde in het late krijt, zo’n 65 miljoen jaar geleden. Cryolophosaurus was de grootste vleeseter van zijn tijd, hij kon wel zes meter lang worden! Hoe Cryolophosaurus precies leefde weten we nog niet, omdat we nog maar één incompleet fossiel hebben gevonden.
Het leven van Cryolophosaurus
Coole dino
Het stukje cryo in Cryolophosaurus betekent ‘ijs’ of zelfs ‘ijskoud’. Dat past goed bij de dino fossielen van Cryolophosaurus zijn alleen gevonden op Antarctica, het allerkoudste deel van onze wereld. Volgens Martijn Guliker, een van de dino-onderzoekers van Naturalis, heeft een dinosauriër als Cryolophosaurus helemaal niets te zoeken op zo’n koude plek als de huidige Zuidpool. Het is er voor dinosauriers veel te koud om te overleven! Waarom vindt men dan toch fossielen uit de dinotijd op de Zuidpool?
Een heel andere wereld
Dat er op Antarctica ooit dinosauriërs leefden, heeft eigenlijk een heel simpele oorzaak: in hun tijd zag de Zuidpool er heel anders uit! Je kon het niet eens echt een zuidpool noemen, want 190 miljoen jaar geleden, in de tijd van Cryolophosaurus, lag Antarctica een stuk verder naar het noorden. Dat betekent dichter bij de evenaar. Hoe dichter je bij de evenaar komt, hoe warmer het wordt. Sterker nog, in die tijd was de hele wereld een stuk warmer. “Daarom”, zegt Martijn, “was het ook op grote delen van Antarctica warm genoeg voor dino’s”. Dankzij die warmte groeiden er ook allerlei planten op Antarctica, zoals mossen, varens, maar ook boomvarens en naaldbomen. Het was daar toen dus niet wit en koud, maar warm,groen en vol met dino’s!
Continenten in beweging
Het is een raar idee dat de Zuidpool vroeger niet op de zuidpool van de aarde lag. Dat de aarde langzaam verandert is namelijk moeilijk voor te stellen, maar wel waar! De aardkorst, de harde buitenlaag van de aarde waar wij op wonen, bestaat uit grote platen die verschuiven doordat ze meedrijven op stromingen van gesmolten gesteenten. De werelddelen bewegen hierdoor langzaam, maar wel voortdurend. Ook nu! Zo ligt Amerika elk jaar steeds een centimeter of twee verder van Europa af, terwijl Afrika steeds wat dichterbij komt.
Van zeebodem tot bergtop
Als de platen van de aardkorst botsen, gebeuren er de spannendste dingen. Zo waren de Alpen ooit een zeebodem. Ze werden pas een gebergte toen de platen onder die zeebodem duizenden meters omhoog werden geduwd door een andere plaat. De Sahara was ook ooit een zeebodem van een reusachtige oceaan, die door de schuivende platen steeds kleiner werd. Daardoor kun je nu hoog in Alpen fossielen van zeeslakken en inktvissen vinden en in de Sahara zelfs fossielen van walvissen! Dat is misschien nog wel gekker dan een dino op de Zuidpool!