Compacte botten
Op deze pagina kun je jouw gevonden bot determineren (op naam brengen). Is jouw vondst niet compact? Klik dan hier voor het volledige overzicht van botgroepen.
Er zijn verschillende typen compacte botten te onderscheiden. Kijk goed naar de vorm van de gewrichten (uiteinden) van het bot, en maak een keuze uit de vier opties hieronder. Let op: je kunt ook kleine pols/enkel botjes vinden. Deze zijn niet in dit overzicht opgenomen. Welk bot heb je gevonden?
Onderdeel van:
Sprongbeen
Sprongbenen hebben grote, dubbele rollers om te scharnieren met het onderste gewricht van het scheenbeen (bovenkant in de tekening). Aan het andere uiteinde bevindt zich een scharniergewricht (onderkant).
Denk je een sprongbeen te hebben gevonden? Klik hier om te onderzoeken van welk dier het is.
Hielbeen
Hielbenen hebben een lange steel met een afgerond uiteinde. Aan het andere uiteinde bevinden zich gewrichtsvlakken.
Denk je een hielbeen te hebben gevonden? Klik hier om te onderzoeken van welk dier het is.
Eerste teenkoot
Teenkoten zijn compact, maar hebben een langwerpige vorm. Aan beide uiteinden zitten gewrichten die aansluiten op het middenhandsbeen/middenvoetsbeen (de holle kant) en de tweede teenkoot (de bolle kant).
Denk je een eerste teenkoot te hebben gevonden? Klik hier om te onderzoeken van welk dier het is.
Tweede teenkoot
Tweede teenkoten zijn compacter dan eerste teenkoten. Sommige zijn even lang als breed, terwijl andere een grotere lengte hebben. Aan beide uiteinden zitten gewrichten die aansluiten op de eerste teenkoot (de holle kant) en de derde teenkoot/hoefbot (de bolle kant).
Denk je een tweede teenkoot te hebben gevonden? Klik hier om te onderzoeken van welk dier het is.