Wat doe je bij Naturalis?
“Ik ben senior collectiebeheerder. Ik beheer alle versteende resten van gewervelde dieren, zoals botten van dinosauriërs, mammoeten en grottenberen. Maar ook oeroude resten van ongewervelde dieren, zoals schelpen of versteende sporen van wormen. In mijn collectie zitten ook fossiele planten. De verzameling fossielen van Naturalis is gigantisch.”
Wat vind je bijzonder aan de verzameling?
“Het bijzondere is dat er fossielen uit verschillende tijden en gebieden zijn. We hebben zelfs de alleroudste fossielen van diertjes die ooit gevonden zijn. Ze heten Ediacarische fossielen en zijn ongeveer 550 miljoen jaar oud. Dat is meer dan acht keer ouder dan T. rex Trix! Er zijn wel oudere diertjes gevonden, zoals ribbeldiertjes en sponzen, maar de Ediacarische diertjes zijn de oudst gevonden exemplaren met een duidelijke voor- en achterkant. Er zijn niet veel van dit soort fossielen.”
Hoe bewaar je al die losse stukjes bot, plant en dier?
“Ieder stukje gaat in een doos. Die dozen orden ik vaak per skeletdeel en per diersoort. Alle teenkootjes van wolharige neushoorns staan bijvoorbeeld bij elkaar. Maar ik heb natuurlijk ook veel botten die niet in dozen passen. Die liggen in stellingkasten. Delen van steppewisenten en mammoeten liggen los op de plank.”
Puzzel je wel eens een heel dier uit al die botten?
“Dat is wel een keer gedaan, kijk maar naar ons mammoetskelet in de ijstijdzaal. Het is gepuzzeld uit botten uit onze eigen collectie. Dat is ontzettend moeilijk, want je moet eerst al die botten bij elkaar zoeken. Daarnaast moeten ze ook goed bewaard zijn en sterk genoeg om er een gaatje in te boren. Dat is nodig om het skelet uiteindelijk in elkaar te zetten. Maar het moet ook allemaal van dezelfde maat mammoet zijn. Het moet wel op elkaar passen. Anders krijg je een soort monster.”
Wat is je favoriete collectiestuk?
Dat verandert een beetje met de dag. Een stuk dat ik fantastisch vind, is een stuk huid dat uit Patagonië komt. Dat is van een reuzengrondluiaard (Mylodon), zoals Sid uit de film Ice Age. Een reuzengrondluiaard kon wel drie meter lang worden. Er zit een mooi verhaal bij de huid. Een man vond rond 1890 een grot met botten, een drol en een stuk huid van de reuzenluiaard. Hij hing dat stuk huid in huis. Vaak kwamen er mensen op bezoek, die een stukje van de huid wilden meenemen voor onderzoek. Dus sneed hij telkens een stukje voor ze af. Op een dag was zijn vrouw het zat dat er zoveel vreemden naar hun huis kwamen voor een stukje huid. Ze gooide het overgebleven stuk op het vuur. De man heeft het gelukkig kunnen redden en dat hebben wij dus! Je ziet nu nog dat de huid aan één kant is afgesneden en aan de andere kant is het verbrand. Het ontdekken van zulke verhalen bij miljoenen jaren oude fossielen vind ik het bijzonderste van mijn werk.”