Spieren zitten met pezen aan weerszijde vast aan een bot. Als de spier samentrekt, trekt het de twee botten naar elkaar toe.
Spieren zitten met pezen aan weerszijde vast aan een bot. Als de spier samentrekt, trekt het de twee botten naar elkaar toe. Wanneer de achterpoten van de haas bij het rennen inklappen, rekken de pezen zich uit.