Ernest: “Een vuistbijl is een stenen werktuig van oermensen. De naam zegt het al: een bijl voor in de vuist, zonder houten stok zoals moderne bijlen. Een vuistbijl is rond van onder en puntig van boven. Hij ligt lekker in de hand. Vaak gemaakt van vuursteen, dat krijgt mooie scherpe randen. De oudste vuistbijlen zijn in Afrika gevonden en zijn rond 1,5 miljoen jaar oud. Zij zijn waarschijnlijk gemaakt door Homo erectus. Ook neanderthalers maakten vuistbijlen. In Nederland vindt men ze soms terug.”
Is het moeilijk om een vuistbijl te maken?
“Vuistbijlen maken is een vorm van beeldhouwen. Het is de oudste kunstvorm die ons is nagelaten. Een vuistbijl maken is niet makkelijk. Het kost zeker tien jaar om het goed onder de knie te krijgen.” Glimlachend: ”Ik heb ook altijd pleisters bij me.” Zijn vrouw: “Zelfs als we uit eten gaan heeft hij ze op zak.” “Nu ik zelf vuistbijlen maak, experimenteer ik ermee. Wat kan ik er allemaal mee en wat niet?”
Waarvoor gebruikten oermensen ze?
“Oermensen deden er van alles mee. Vlees snijden, botten splijten, pezen doorzagen. Met de scherpe randen sneden ze huiden van dieren. Het vlees aten ze op. Huiden gebruikten ze als kleding of deken. Botten spleten ze met de bijl om bij het merg te komen. Wist je dat merg in botten heel voedzaam is? Verder zaagden ze takken, bijvoorbeeld om speren van te maken.”
Joegen ze er ook mee?
“Een vuistbijl is niet geschikt om een dier mee te doden. Een speer wel. Neanderthalers blijken specialisten te zijn geweest in de jacht op groot wild: mammoeten, paarden en wolharige neushoorns stonden op het menu. Veel vroege mensachtigen aten ook van gevonden kadavers. Natuurlijk was er dan concurrentie van grottenleeuwen, sabeltandtijgers, wolven of andere roofdieren. Om die te omzeilen, zaagden ze snel een poot van een dood dier af en maakten ze dat ze weg kwamen. Ook aten ze het merg uit de achtergelaten botten.”
Hoe kwamen oermensen aan vuursteen?
“Eerst raapten ze gewoon stukken op in het veld. De vuursteenhandel en het mijnen ontstonden pas later. Ik haal mijn vuursteen uit Denemarken, maar je vindt het overal ter wereld. Frankrijk. Zuid Limburg. Turkije. Soms vinden we ook afgespleten stukjes terug die op de grond vallen tijdens het maken van vuistbijlen, maar niet vaak. Ze vergaan sneller omdat ze klein zijn. Mijn eigen afgehakte stukjes bewaar ik altijd. Om aan kinderen weg te geven of te gebruiken in de vele workshops die ik geef. Mijn motto is: je leert het pas als je het zelf doet. Leuk dat jullie mijn vuistbijlen bij Naturalis in een workshop gaan gebruiken.”